In dit nieuwe jaar wil ik de nieuwe traditie starten om elke maand één van mijn werken toe te lichten in deze rubriek uitgelicht. Deze keer: Psyche.

“Nieuwe traditie”: dat is een contradictie in terminis natuurlijk. Maar blogs en rubrieken staan wel in een lange traditie. Net als afbeeldingen van Psyche: de personalisering van het menselijk verstand. Apuleius vertelt dat Psyche een prinses was, zo bloedmooi, dat de godin van de liefde zelf jaloers op haar werd. Opvallend eigenlijk, hoe vaak Aphrodite jaloers werd op mensenkinderen. Als ik een psycholoog was, zou ik wel eens willen weten waar die onzekerheid op stoelde. De vergankelijkheid van schoonheid lijkt voor de hand te liggen. Maar in hoeverre treft die een onsterfelijke?

Hoe dan ook: Aphrodite stuurt haar zoon Eros om Psyche voor straf verliefd te maken op een monster. Maar het gaat mis. Eros prikt zich aan zijn eigen pijl en wordt zelf op haar verliefd. Psyche wordt de bergen in gedreven om daar het monster te huwen. In plaats daarvan ontmoet ze de Westenwind, die haar in zijn paleis laat verblijven. Daar bedrijft ze elke nacht de liefde met de ultieme minnaar Eros, onder voorwaarde dat ze hem nooit mag zien. Psyche tast in het duister. Tot haar zussen haar overreden om een lichtje mee te nemen. Dan is het sprookje (voorlopig) ten einde. Eros loopt kwaad weg en komt niet meer terug. Als je de dingen ziet zoals ze werkelijk zijn, is de magie verdwenen.

Wat is dan kunst? Een afspiegeling van de werkelijkheid, zoals Plato meende? Of de schepping van iets nieuws?

Toen het model dit schilderij een keer in het echt ergens zag hangen, was ze blij verrast toen ze haar eigen karakteristieke pinkje herkende. Recensenten zullen zeggen dat het een oude traditie is om Psyche af te beelden met vlindervleugels, geen bladeren. Maar kunst moet nieuwe tradities bedenken. Bij deze.